Praktische informatie
Hoe werken we met Adult Attachment Therapy
Adult Attachment Therapy is een non-verbale psychotherapeutische therapievorm welke wordt ingezet bij de behandeling van de gevolgen van onveilige hechtingen, ontstaan in de eerste 1000 dagen van ons leven. Op volwassen leeftijd zien we dat terug keren in de vorm van verlatingsangst en bindingsangst. Met name bij verlatingsangst is Adult Attachment therapy zeer goed in te zetten.
In de behandeling volgen we een vaste structuur, die hieronder wordt beschreven. Voor de wetenschappelijke achtergrond verwijzen we je graag naar de volgende pagina.
Het levensverhaal
Je start onze therapie met het thuis schrijven van je levensverhaal. Dit verhaal kun je schrijven aan de hand van 13 standaardvragen die wij jou op aanvraag opsturen. Hebben we jouw verhaal eenmaal binnen, dan analyseren we die en kijken we wat er mogelijk aan de hand kan zijn. Zijn er signalen die wijzen op hechtingsproblematieken of andere vroegkinderlijke trauma’s, dan kan de keuze op Adult Attachment Therapy vallen. Met name mensen met verlatingsangst hebben hier veel baat bij.
Voordelen van het schrijven van een levensverhaal
- Het spaart tijd en geld uit. Immers, alles kan thuis in je eigen tijd en tempo geschreven worden.
- Je kunt voor extra informatie andere mensen inschakelen om de vragen uit je jonge kinderjaren te beantwoorden. Je maakt dan gebruik van hulpbronnen.
- Je hebt meteen een totaaloverzicht over je leven. Dit maakt dat ook wij als therapeuten verbanden kunnen zien die anders verborgen bleven. Want wie praat er over zijn geboorte bij zijn psycholoog als die er niet naar vraagt? En toch kan daar de bron van je klachten liggen.
- Jouw schrijfstijl leert ons hoe jouw brein werkt. De woordkeuzes, de ladingen die in de zinnen zitten en de verhalen waar jij telkens op terug komt of juist heel summier aanhaalt, geven ons een beeld van jouw manier van denken en het eventuele trauma in jouw systeem.
- Je zet chronologisch “alles op een rijtje”, waardoor jijzelf ook inzichten krijgt over wat er feitelijk aan de hand is.
We kijken samen met jou of jouw klachten gerelateerd zijn aan een onveilige hechting en hoe jouw zenuwstelsel en jouw lichaam hierop reageren. Ook kijken we naar terugkomende situaties in jouw leven die gelinkt kunnen worden aan die onveilige hechting. Te denken valt aan de manier waarop je met vriendschappen en relaties omgaat en hoe je je eigen kinderen opvoedt.
De praktijk
Eerste sessie
Zien we mogelijkheden voor Adult Attachment Therapy, dan bespreken we met jou in de eerste sessie het levensverhaal en leggen jou uit waarom wij denken dat Adult Attachment Therapy geschikt is voor jou. Ook leggen we jou uit wat Adult Attachment Therapy precies inhoud en wat we feitelijk gaan doen. Deze eerste sessie is dan ook de enige sessie waarbij er veel gepraat wordt.
Vervolgsessie eerste deel
Tijdens de vervolgsessie starten we met het werken aan de veiligheid. Dit doen we door af te stemmen en verbindingen te leggen. Je leert grenzen aangeven en op te komen voor je eigen behoeftes en noden. Dit alles doen we niet door middel van praten, maar door het doen en het ervaren.
We luisteren naar de taal van jouw lichaam. We gaan op zoek naar sporen van traumatische ervaringen in jouw lijf die ontstaan zijn in de jonge kinderjaren. Om die te helen imiteren we de jonge kinderjaren. We geven je hersenen de ervaring, die jij vroeger als klein kind niet gehad hebt. Hierdoor krijg jij keuzemogelijkheden.
Waar heb je als klein kind nood aan?
- voeding: eten, drinken en aanraking
- verbinding: met jezelf en met de ander
- validering: ontstaan van positief zelfbeeld
- veiligheid
- vertrouwen
- verantwoording
Dit zijn de 6 v’s.
Worden deze 6 behoeftes adequaat ingevuld door je primaire hechtingsfiguur, dan is de kans groot dat je je veilig gehecht gaat voelen en dat je het ouderlijke nest ervaart als een veilige uitvalsbasis en een veilige toevluchtshaven. Je voelt dat jij oké bent en dat de wereld (lees: je opvoeders/ouders) oké is. Je voelt dat je ertoe doet en dat er met je noden en behoeftes rekening wordt gehouden. We hebben dan ook te maken met een veilige hechtingsstijl, een hechtingsstijl die voor jou als fundering kan dienen voor je verdere leven. Dit is dan ook de ervaring die we nastreven.
Binnen de Adult Attachment Therapy werken we met deze 6 v’s vanuit de energie van een empathische voedende ouder: de ideale vader/moeder en als dat lastig is een aardsengel. Omdat we nagenoeg niet praten, luisteren we naar de reacties van jouw lichaam op o.a. situaties van afstand en nabijheid, aanraking, afstemmen, het alleen zijn, de beweging van toenaderen en verwijderen. Deze reacties laten ons zien waar jouw hechtingstrauma zit en hoe die jou als volwassene nog in zijn houdgreep heeft (Amygdala hijack). We willen zeker jouw verhaal horen, vandaar dat we graag eerst jouw levensverhaal lezen. Bij trauma’s in de zeer jonge kinderjaren gaat het echter niet meer om die woorden, maar om de reacties van jouw brein op wat je ooit hebt meegemaakt. Reacties die tot op de volwassen leeftijd hetzelfde zijn gebleven. Was je toen emotioneel, dan ben je nu ook emotioneel. Vluchtte je toen, dan vlucht je nu ook nog. Was een deel van je brein bevroren (freese), dan is die dat nu ook nog etc. Realiseer je, dat alle zintuigen voor/na de geboorte al aanwezig waren en functioneerden. Je kon al ruiken, proeven, zien, horen en voelen. Het enige wat nog niet klaar was, was jouw taalvermogen, jouw spreken, jouw neocortex. Alle narigheid die we de eerst acht jaren hebben meegemaakt, zijn dus al non-verbaal opgeslagen. Probeer daar dan maar eens met praten bij te komen. Dat lijkt mij lastig tot zelfs onmogelijk. In plaats van luisteren naar de gesproken taal, naar de woorden, luisteren we naar de taal van jouw lichaam en dus van jouw onbewuste brein. Om die reden kunnen we dus “praten” met dat deel in jouw brein, waar de woorden niet komen, maar waar wel het trauma met de bijbehorende zintuigelijke gewaarwordingen, ligt opgeslagen. Door het fysieke karakter van Adult Attachment Therapy, zal er een overschrijving van de ervaringen plaats kunnen vinden, dit puur omdat de hersenen, het limbische systeem, nieuwe ervaringen krijgt aangereikt.
Prof. Bessel van der Kolk, ’s werelds meest vooraanstaande deskundige op het gebied van trauma gerelateerde stress geeft in zijn boek “Traumasporen” aan (pag. 298): “De natuurlijkste manier voor mensen om te kalmeren is echter door aangeraakt, geknuffeld en gewiegd te worden. Dit helpt bij overmatige arousal en zorgt ervoor dat we ons heel, veilig, beschermd en beheerst voelen. Aanraking, het elementairste hulpmiddel waarover we beschikken om te kalmeren, is uit de meeste therapieën verbannen. Toch kun je niet volledig herstellen als je je niet veilig voelt in je eigen lichaam”.
Een stelling waar ik me geheel in kan vinden. Hoe kunnen we de taal van het jonge kind/ het Innerlijke Kind spreken, als we alleen woorden hebben en de taal van de zintuigen overslaan? Bessel van der Kolk: “Aanraking, het elementairste hulpmiddel waarover we beschikken om te kalmeren, is uit de meeste therapieën verbannen. Toch kun je niet volledig herstellen als je je niet veilig voelt in je eigen lichaam“.
Met praten oplossen van wat er vroeger fout is gegaan, lijkt me een onmogelijke opgave. Daarom hanteer ik ook de stelling: “Geef de volwassene wat die als jong kind tekort is gekomen“.
Vervolgsessie: het tweede deel
Als het contact met de therapeut door de cliënt als veilig wordt ervaren, gaan we over tot het tweede deel van de behandeling, de eigenlijke Adult Attachment Therapy. Hierbij geven we de cliënt datgene wat die vroeger niet gekregen had: de 6 v’s. Hierdoor is het mogelijk dat de cliënten soms het gevoel hebben in de eerste 1000 dagen (Dr. Allan Schore) van hun leven te zitten. Niet zelden komen er beelden en ervaringen naar boven die gesitueerd zijn in die eerste 1000 dagen. Ervaringen waar we met praten nooit bij konden komen, want wie herinnert zich nog die eerste twee jaren in beelden en feiten? Ik denk niemand, toch zit al deze ervaring opgesloten in onze hersenen en activeren ze de amygdala.
Opbouw sessie
De gehele sessie is opgebouwd uit fases.1 fase duurt 10 minuten, waarbij de cliënt met zijn oor op het hart van de therapeut ligt. In totaal zijn er 4 tot 6 fases per sessie van anderhalf uur. Tijdens zo’n fase voelt de cliënt vaak wat die ooit tekort is gekomen, hetgeen kan leiden tot kortdurende emotionele reacties.
Na elke fase van 10 minuten, waarbij de cliënt vaak in contact komt met zijn Innerlijke Kind, laten we de cliënt rechtop zitten in het hier en nu, dus in zijn volwassen deel. Deze afwisseling van het kort beleven van emoties en ingevulde noden, behoeftes en tekortkomingen uit de jonge kinderjaren en het in het hier en nu zitten, draagt bij tot de heling van het trauma van de cliënt. (Vergelijk het penduleren van Peter Levine). Het brein van de cliënt leert dat wat er vroeger niet was dat het er in het hier en nu wél is. De cliënt leert dat hij verantwoording mag dragen voor zijn eigen noden en behoeftes en dat hij de keuze heeft dit wel of niet aan te gaan. Hij leert in plaats van in het verleden te blijven zitten in emoties en slachtofferschap, dat hij in het hier en nu met deze tekortkomingen kan dealen en er zelf verantwoording voor kan nemen. Hij leert dat het veilig is te vragen wat die werkelijk nodig heeft.
Oxytocine
Doordat we binnen een veilige context met aanraking werken, kan er oxytocine vrijkomen. Oxytocine speelt al bij de baby’s een belangrijke rol in de hersenontwikkeling. Het helpt bij het associëren van sociale interactie met gevoelens van kalmte en plezier (groene laag).
Ook zijn er bewijzen, dat oxytocine een positieve invloed op de n. vagus (tiende hersenzenuw) heeft. Een zenuw die van belang is, wanneer we in freese zitten. Oxytocine kan meehelpen deze zenuw dusdanig te beïnvloeden, dat de cliënt van de rode naar de groene laag gaat. Niet zelden eindigen de sessies dan ook met de opmerking dat de cliënt zich zo ontspannen voelt, vervuld is, zich rustig voelt.
Ons doel is dus het zoveel mogelijk aanmaken van die oxytocine. Hierbij gebruiken we op verzoek van de cliënt, sporadisch technieken uit de Sexual Grounding van Willem Populier, uit de tantra en uit de Lomi Lomi massage. Hierbij is huid-huid contact mogelijk van alle delen van het lichaam, zonder seksuele intenties. De cliënt tekent hiervoor op voorhand en kan dit ook ten alle tijde weigeren. Omdat oxytocine alleen vrijkomt als de cliënt zich intrinsiek veilig voelt, zal er dus een afstemming plaats moeten vinden tussen de cliënt en de therapeut. De cliënt bepaalt uiteindelijk dus zelf wat wel en niet haalbaar is in het contact met de therapeut.
Het is juist de oxytocine die van groot belang is om dat deel van het zenuwstelsel (n. vagus), welke tijdens het trauma in een bevroren toestand is geraakt (rode laag), te ontdooien. Vastzittende patronen worden daarmee veranderd. Cliënten reageren dan ook vaak in termen als: “Dit heb ik nog nooit meegemaakt, zo ontspannen ik me voel”, of: “Ik voel me thuiskomen in mijzelf, ik voel mijn lichaam weer”, of: “Het leek net alsof ik bij mijn moeder/vader weg kon kruipen, iets wat ik nooit echt ervaren heb”. Naast deze verbale uitingen reageert het lichaam ook spontaan in de vorm van trillingen, diepe ontspanning, verdieping van de ademhaling, het plotseling warm worden van lichaamsdelen die daarvoor koud waren, etc.
Wat ons ook verbaasde, is de invloed die dit uitoefent op de directe familiaire omgeving. Er is minder ruzie binnen het gezin, kinderen die eerst niets van hun ouders willen weten, zitten nu op schoot etc.
Hoe kan dit werken? Het is al zo lang geleden.
Vaak krijg ik de opmerking: “Ach laat maar, toen was toen en daar kan ik toch niets meer aan veranderen. Oude koeien uit de sloot halen helpt toch niet, laat het potje maar toe”.
Op zich klopt dit, we zijn niet in staat het verleden te veranderen. Wat we wel kunnen is de toekomst beïnvloeden door middel van het in het hier en nu aanbieden van nieuwe ervaringen. Vastzittende reacties uit het verleden veranderen dan. Ook de later gevormde overtuigingen als : “Ik ben niet oké“, of: “Het is er toch niet voor mij”, of: “Ik ben het niet waard” of: “Niemand houdt van mij”, kunnen veranderd worden door de nieuwe ervaring opgedaan in deze therapie.
De factor tijd
Eens stelde ik: “Onze hersenen hebben geen klokje”. Ik bedoel hiermee, dat alles wat er in het verleden als ervaring in onze hersenen is opgeslagen, in het hier en nu nog steeds zo wordt ervaren. Dit kan echter veranderen door het “overschrijven” van die ervaring. Er zal in het brein een afweging plaats gaan vinden of die nieuwe ervaring een grotere kans op overleving zal geven of niet. De hersenen zullen die betere ervaring dan ook eerder accepteren om de kans op overleving te vergroten. Doordat we geen klokje hebben, zullen de hersenen in het hier en nu dus net zo gaan reageren als vroeger.
Hadden we wel een klokje, dan hadden we ook geen last van het verleden. We wisten dan dat iets vroeger gebeurd was en konden het daar laten. Het voordeel is: door dat gebrek aan een klokje, kunnen we ook in het hier en nu zaken veranderen die soms wel 40 jaar geleden of langer plaats hebben gevonden.
Zoals eerder gezegd houdt Adult Attachment Therapy zich dan ook niet bezig met het verhaal van toen, maar met de reacties in het hier en nu, op wat we vroeger hebben meegemaakt of tekort zijn gekomen. En…. die reacties zijn te veranderen.
Voor wie meer wil weten over Adult Attachment Therapy
Probleemstelling
In onze praktijk zien we veel mensen die soms al jarenlang met behulp van psychologen, coaches en therapeuten veel inzichten hebben gekregen in hun problematieken. Toch voelen ze dat er dieper nog iets zit waar ze met woorden niet bij kunnen komen. Ze weten niet wat er precies aan de hand is, maar ze voelen zich wel verdrietig, angstig, boos, eenzaam en hebben moeite met het aangaan van (liefdes)relaties. Een cliënt verwoordde het eens als volgt: ” Ik heb nu wel genoeg inzichten gekregen, ik wil nu wel eens dieper gaan”.
Ik vroeg me af wat hier precies aan de hand zou kunnen zijn en stelde me de volgende vragen:
- Waar worden onze ervaringen uit de zeer jonge kinderjaren in ons brein opgeslagen.
- Hoe komt het dat deze ervaringen nog zo’n grote rol spelen op volwassen leeftijd.
- Waarom kunnen we met simpel goed nadenken, het erover praten met anderen, het verkrijgen van inzichten, het doen van meditaties, focussen of het lezen van boeken deze emotionele klachten slecht aanpakken.
- Zijn er bestaande technieken die invloed kunnen uitoefenen op deze opgeslagen emoties, die ook nog eens vaak gekoppeld zijn aan hardnekkige overtuigingen?
- Wat is de link tussen enerzijds de klachten op volwassen leeftijd en anderzijds de ervaringen uit die jonge preverbale tijd?
- In hoeverre geraken we met de bestaande therapie terug in die zeer jonge kinderjaren?
Op deze pagina tracht ik antwoorden te geven op deze vragen.
Allan Schore
Dr. Allan Schore, bekend van de emotionele revolutietheorie, besprak binnen de right brain psychotherapy het belang van de eerste 1000 dagen uit het leven van het kind. Hij stelde dat bij een voortdurende slechte verbinding tussen de baby en de ouder, dit van invloed kan zijn op de groei van de rechterhersenhelft, een hersenhelft die van belang is voor het aanleren van relationele en emotionele vaardigheden.
Is er een goede verbinding tussen de ouder en het kind, dan is de kans groot dat de 4 v’s ingevuld worden (voeding, veiligheid, validering en verbinding). Als gevolg hiervan kan het kind zich als veilig gehecht ervaren. Het kind ervaart zichzelf en de wereld als waardevol en zal zelfverzekerd de wereld instappen.
Ouders die niet of onvoldoende de 4 v’s hebben kunnen vormgeven, kunnen door het kind als onveilig worden ervaren. Deze onveilige hechting kan, afhankelijk van hoe de ouders hebben gereageerd, tot uiting komen in verlatings– en bindingsangst, waarbij het kind zichzelf óf de omgeving als negatief ervaart. Een manier van kijken naar zichzelf, die tot op volwassen leeftijd zijn invloed uitoefent.
Kunnen we dit met praten beïnvloeden? Niet echt. Onze rechterhersenhelft, van belang voor het aangaan van relaties en het hanteren van emoties, is dominant over de linkerhersenhelft, die op zijn beurt verantwoordelijk is voor het gebruik van taal en cognitieve vaardigheden. Onze emotionele reacties zijn dan ook vaak sterker dan het denken. De rechterhersenhelft speelt dan ook een belangrijke rol bij het aangaan van relaties en het hanteren van emoties, iets wat we kunnen ondervinden op volwassen leeftijd.
In de jonge kinderjaren leggen we dus de fundering voor:
- het sociaal functioneren
- de ervaring van wat veilig is en wat niet
- de manier om contacten aan te gaan met met anderen
- hoe we met onszelf contact kunnen leggen
- de manier hoe we met emoties om moeten gaan om in verbinding te blijven met die andere.
Bij al deze fundamentele leerprocessen speelt de opvoeder/ de primaire hechtingsfiguur een zeer belangrijke rol. Is die aanwezig, dan ervaart het kind de groep/ het gezin waarin hij opgroeit als een veilige haven en een veilige uitvalsbasis. Is die primaire hechtingsfiguur emotioneel of fysiek niet aanwezig, dan groeit het kind op met de littekens en bijbehorende overtuigingen van dit gemis, iets wat doorwerkt tot op volwassen leeftijd.
Stephen Porges
Hebben we het over trauma’s, dan kunnen we niet om de polyvagaaltheorie van Prof. Stephen Porges heen. Hij ontdekte dat ons autonome zenuwstelsel opgedeeld kan worden in drie delen. Voor de leesbaarheid heb ik die zeer vereenvoudigt en er kleurcodes aan gegeven:
- het groene deel: zit je in dit deel, dan is het voorste (ventrale) deel van de tiende hersenzenuw (n. vagus) actief. Kenmerken zijn:
- je komt tot rust
- je voelt je veilig
- er is geen stress.
- er is sociaal contact
- je bent in rust
- het stressniveau is laag
- je hebt een zen-gevoel hebt zoals bij meditaties
- je kan contact maken met je eigen lijf
- je voelt je veilig
- er is genoeg fysieke en emotionele voeding
- je lost je problemen op via communicatie en in verbinding
- het oranje deel: dit is het orthosympathische deel van ons zenuwstelsel. Het zorgt bij dreiging voor meer bloed naar de spieren van armen en benen. Kenmerken zijn:
- je hebt het gevoel dat je de dreiging aan kan
- je komt effectief in actie
- je ademhaling neemt toe
- je gaat je stem gebruiken om de dreiging het hoofd te bieden
- je vecht en komt in beweging
- je wordt actief en als dat nodig is vlucht je
Is hierdoor het probleem opgelost, dan ga je weer naar je groene zone terug. Lukt dat echter niet, dan zal de spanning toenemen en ontstaat er chaos en paniek, waardoor je veel energie kwijt raakt, zonder dat het wat oplevert. Het zenuwstelsel gaat ingrijpen en sluit alles af. Je komt in de rode zone terecht. In de praktijk kom je hier terecht als je voor een bepaalde situatie niet kan vluchten of ermee kan vechten. Dit kan dus al gebeuren in de babytijd of zeer jonge kindertijd, als je niet krijgt wat je nodig hebt.
- het rode deel:
- je hebt het gevoel dat je het niet kan
- je komt tot stilstand
- je bevriest
- je dissocieert
- je bent het overzicht kwijt
- je houdt je adem in
- je bent stil
- je voelt je uitgeput
- er is een “gespannen rust”
- je lijkt aan de buitenkant rustig, maar binnen in je borrelt het
- in feite sta je stil en bent niet in beweging te krijgen.
De oorspronkelijke prikkel is al lang weg, echter jouw systeem zit hierin vast.
Bij trauma’s zitten we in de rode zone. Om weer terug te keren naar de groene zone, moeten we door de oranje laag heen. En dat houdt ons tegen. Als we alleen zijn, zijn we dus veroordeelt om in de rode zone te blijven hangen.
Pas als er in het contact met anderen een afstemming en veiligheid is, is er een kans dat we terugkeren naar de groene zoen.
Prof. Porges kwam met dit idee van het opdelen van de tiende hersenzenuw, de nervus vagus. Het voorste deel is actief bij rust (groen) en in sociaal contact. Het is met name werkzaam boven het middenrif. Het achterste deel is verbonden met de organen onder het middenrif en is met name actief als iets te extreem is voor ons systeem. het beschermt ons dus tegen “oververhitting” (rood). Dit deel klapt dan als het ware dicht, wat tot uiting komt in flauwvallen door emoties, dissociëren, verstijven en verkrampen of het vast blijven zitten in bepaalde bewegingen. Dit zien we bij trauma’s.
De oranje laag is die laag die kan vechten en vluchten tot op zekere hoogte. Raakt die uitgeput, of is de stress te groot, dan grijpt het rode deel in.
Dr. Paul MacLean
Dr. Paul MacLean formuleerde in de jaren 60 een model van de hersenen, waarbij hij drie lagen in de hersenen beschreef (het triune systeem), die hij koppelde aan de evolutie. En al weten we nu in 2021 dat dit model een wel erg simplistische manier van kijken naar de hersenen is, toch helpt dit model ons de hiërarchie in de hersenen te begrijpen.
Hij onderscheidde
- het reptielenbrein/het primitieve brein: verantwoordelijk voor de meest basale functies om te bestaan: de ademhaling, voortplanting, circulatie, lichaamstemperatuur, spijsvertering en de oriëntatie in de ruimte. Dit deel van de hersenen is dominant boven de andere twee lagen. Als je bijvoorbeeld met je denkbrein je adem inhoudt, dan zal dit deel vroeg of laat ingrijpen en je moet wel ademen.
- het gevoelsbrein/Limbische systeem/emotiebrein: hier wordt de vecht/vlucht reactie op gevaar geïnitieerd. In dit deel liggen de amygdala, hippocampus en de hypothalamus. Deze zorgen op een onbewuste manier, dat we veilig blijven. Het nadeel is echter, dat deze werking onbewust is, en dat dit deel geen tijd kent. Wat door dit systeem als onveilig wordt ervaren in de babyjaren, zal op volwassen leeftijd ook als onveilig worden ervaren. Dit met al de daarbij horende fysieke reacties.
- het denkbrein/Neocortex: hier zit onze intelligentie. Hier zit onze taal, abstracte gedachtes, voorstellingvermogen en fantasie, onze creativiteit etc. Ook zetelt hier een deel van ons geheugen.
Uit het triune systeem van dr. Paul MacLean en de polyvagaaltheorie van Prof. Stephen Porges leren we het belang van de amygdala en de hippocampus kennen, twee onderdelen van het limbische systeem/gevoelsbrein. Deze twee delen zijn van belang voor onze veiligheid en het opslaan van ervaringen die van ons een sociaal wezen maken. We moeten immers kunnen functioneren in een “kudde”. Het limbische systeem, dat met primitieve emoties werkt, is dominanter en heeft meer invloed op ons dan het denken. Dit limbische systeem is al actief in de eerste 1000 dagen van ons leven. Vanuit die periode slaat dit systeem informatie op die ons op latere leeftijd nog kan beïnvloeden. Doordat woorden in die 1000 dagen geen grote rol speelden maar juist wel de 4 v’s, vroeg ik me af of we door middel van die 4 v’s op volwassen leeftijd nog iets kunnen veranderen aan het vastzittende limbische patroon.
De vraag die ik me stelde was: “Als we niet gaan praten in de therapie, maar de cliënt door het aanreiken van nieuwe ervaringen op het limbische niveau nieuwe informatie aanbieden, kunnen we dan dat limbische systeem veranderen en daarmee de gijzeling van dit systeem een halt toeroepen?”
Om deze vraag te kunnen beantwoorden, moesten we de cliënten dus anders gaan benaderen dan de gangbare manier van praten en herinneringen ophalen. Dit leidde tot de ontwikkeling van de Adult Attachment Therapy. Het doel van Adult Attachment Therapy is dan ook de herprogrammering van het limbische systeem, waardoor vastzittende overlevingspatronen en overtuigingen die op volwassen leeftijd nog als hinderlijk worden ervaren, veranderd kunnen worden.
Omdat we in de jonge jaren geen woorden hebben, is Adult Attachment Therapy een ervaringstherapie, waarbij we voornamelijk lichaamsgericht werken. We bieden de cliënt fysieke ervaringen aan die binnenkomen via het limbische systeem. We trachten dus de taal te spreken van dat limbische systeem. Dit kan door fysiek contact (extern), maar ook door het ervaren van het eigen lichaam (intern). Iets wat door het limbische systeem in de kindertijd als niet-veilig werd ervaren kan nu op volwassen leeftijd veranderen. Ook de eraan gekoppelde overtuigingen kunnen dan veranderen. Je zou kunnen stellen dat het brein een keuzemogelijkheid krijgt, waardoor vastzittende overtuigingen veranderd worden.
Na een emotionele ontlading reageren de meeste cliënten dan ook met gevoelens van rust en ontspanning, gevoelens die ze daarvoor meestal niet kenden. Hun limbische systeem en dan met name de amygdala, had hen als het ware gegijzeld bij gebrek aan andere ervaringen (amygdala-hijack). Door nieuwe ervaringen aan te bieden krijgt de amygdala een alternatief aangeboden. Hierdoor veranderen de overtuigingen en daarmee het leven van de cliënt. Het lichaam zoekt een nieuw evenwicht, wat kan leiden tot meer ontspanning en minder stress.
Wat beïnvloedde de Adult Attachment Therapy
Bij elke nieuwe therapievorm worden steeds dezelfde vragen gesteld:
- “Hoe werkt het?”
- “Op welke wetenschappelijke theorie is het gebaseerd?“
- “Wat is het resultaat?”
Omdat mij deze vragen ook telkens gesteld werden, heb ik deze pagina toegevoegd aan mijn website.
Alles begon in 2012, toen ik meerdere gesprekken had met een kinderpsychiater over hechtingsstoornissen bij kinderen. Ik hoorde van Sherborne Samenspel. Hierbij worden ouders en kinderen in de gelegenheid gesteld om basale ontwikkelingsvaardigheden in contact maken, alsnog op te doen. Een kind wat in de ontwikkeling ervaringen gemist heeft (bv. na een moeilijke bevalling, ziekenhuisopname, pleegzorgplaatsing, adoptie, verwaarlozing of hechtingsproblematiek) kan met Sherborne Samenspel oefeningen alsnog een gevoel van emotionele en fysieke veiligheid en zelfverzekerdheid ontwikkelen. Fysieke nabijheid en aanraking stond hierbij centraal.
Ik vond dit geweldig en er kwamen vragen in mij op zoals:
- “Wat zou er zou zijn gebeurd als die kinderen dat niet hadden gekregen?”
- “Hoe zouden ze als volwassenen door het leven zijn gegaan?”
- “Wat voor invloed heeft dit op de opvoeding van de eigen kinderen?”
- “Wat wordt er voor volwassenen gedaan, die dit als kind hebben meegemaakt en die willen helen van deze traumatische ervaringen?”
In mijn werk als psychotherapeut wist ik het antwoord op die laatste vraag: praattherapie en later EMDR. Maar was dit afdoende en kon dit beter? Hoe kan het zijn dat we wel weten wat kinderen nodig hebben, en waarom kunnen we de volwassenen niet geven wat ze als kind tekort zijn gekomen? In mijn specialisatie als Innerlijke Kind-therapeut werkte ik met de Kindstukken van volwassen mensen. Hoe vaak werd daar niet verzucht dat ze eens vastgehouden willen worden, eens gehoord en gezien willen worden, eens willen voelen dat ze belangrijk zijn.
Om te onderzoeken wat er gedaan kon worden, ben ik gaan studeren en heb de literatuur uitgekamd. Ik had de tijd mee. Prof. Stephen Porges was met zijn polyvagaaltheorie gekomen, dr. Peter Levine was met Somatic Experiencing bezig, het triune-systeem van dr. Paul MacLean stond in de schijnwerpers en onderzoekers als Prof. Bessel van der Kolk publiceerden hun boeken over trauma’s.
Door hun gedachtegang te volgen leerde ik dat het verhaal van een trauma niet van belang is, maar dat we moeten kijken waar de herinnering wordt bewaard in ons brein en hoe ons brein ermee omgaat. Ik leerde dat we de taal moesten spreken van dat deel in ons brein waar die herinneringen werden opgeslagen. Dat bleek het opnieuw aanreiken van datgeen wat we in de kinderjaren tekort zijn gekomen. Ook bleek dat het lichaam veel meer vertelde dan de woorden die wij spraken. Om mijn gedachtegang te kunnen volgen benoem ik hier een aantal theorieën die mijn denken hebben beïnvloed.
Wat beïnvloedde de Adult Attachment Therapy
Somatic Experiencing van dr. Peter Levine
Dat bovenstaande gedachte niet zo gek is, blijkt wel uit de bevindingen van Peter Levine. Hij stelde dat het verhaal, dus de woorden niet zo belangrijk zijn (Neocortex), maar dat de reacties van ons zenuwstelsel (Limbische systeem en Reptielenbrein) veel belangrijker zijn. Kan je dit lezen dan kan je ermee onderhandelen en aan een nieuwe ervaring gaan werken.
Peter Levine liet ons ook zien, dat we alle aspecten van een verwerking van een trauma moeten hebben verwerkt, willen we dat trauma verwerken. Hierbij legt hij verbindingen tussen onze bewegingen, de emoties, de lichamelijke sensaties, onze zintuigen en de gedachten die we daarbij hebben. Zijn deze vijf elementen met elkaar verbonden, dan kunnen we het trauma opruimen.
Hechtingsstijlen zien als traumatische ervaringen
Veilige- en onveilige hechtingstijlen.
In het kort en zeer simplistisch gesteld komt het er hier op neer: als we geboren worden zijn we afhankelijk van onze opvoeders. Zij mogen ons leren vanuit hun eigen volwassen ervaring hoe wij moeten overleven. Onze ouders zijn onze leermeesters.
Als alles gaat zoals het de bedoeling is, is de kans groot dat we opgroeien met een veilige hechting.
Anderzijds kan het kind de omstandigheden als niet-veilig ervaren. Vanuit het gezichtspunt van het kind is dit een trauma en zal het zenuwstelsel als dusdanig gaan reageren. Het kind zal hierop gaan reageren en overlevingsstijlen vormen zoals verlatingsangst en bindingsangst.
Lang niet altijd ligt de oorzaak bij de ouders. Ziekenhuisopnames van de hechtingsfiguur of het kind, plotselinge overlijdens, de snelle komst van een volgend kind, scheidingen wat men niet in de hand heeft etc., liggen meestal buiten de invloedsferen van de opvoeders.
Aan de andere kant ligt de verantwoording wel degelijk bij de ouders. Hebben zij de verantwoording genomen om aan zichzelf te werken. Hebben ze hun eigen trauma’s aangepakt en zien ze in dat zij wel degelijk invloed hebben op wat er wordt doorgegeven aan hun eigen kinderen. Ik vraag me dan ook telkens af, welke deel van onze ouders voedt ons als kind op: is het de Voedende Ouder die Volwassen is of is het een Verwond Kind die zelf niet weet hoe te reageren. Vaak zien we dan Innerlijke Kindsdelen die zich voordoen als Volwassenen, maar dat niet zijn.
In mijn visie is het vaak een Verwond Kind wat zelf geen veilige ouders hebben gehad, die dus geen veilige haven of uitvalsbasis heeft ervaren, die het fysieke kind mag opvangen. Hoe kunnen ze dat doen, als ze zelf die veiligheid niet hebben ervaren? Waar moeten we dat geleerd hebben?
De 5 – v’s
Wat heeft het kleine afhankelijke kind nodig van zijn opvoeders? De 5 – v’s:
- veiligheid (beschermende ouders, een dak boven het hoofd, warmte etc.)
- validering (een complimentje, horen dat ze oké zijn en dat zij en hun werk wordt gewaardeerd)
- voeding (zowel fysieke voeding in de vorm van eten en drinken, als fysiek voeding in de vorm van aanraking)
- verbinding (welke via afstemming, veiligheid en authenticiteit leidt naar liefde, intimiteit en seksualiteit op latere leeftijd)
- vertrouwen (krijgt het kind het vertrouwen dat het iets goed doet van de opvoeder).
Hechtingsstijlen
Heeft het kind de 5 v’s niet ervaren, dan is het voor het kind niet veilig en zal dat zijn invloed hebben op de hechtingsstijl.
De belangrijkste vormen van hechtingsstijlen die wij zien in de praktijk zijn:
- De onveilige ambivalente hechtingsstijl (Ainsworth C), waarbij de hechtingsfiguur wel fysiek aanwezig was, maar emotioneel onvoldoende beschikbaar.
Dit zie je bijvoorbeeld als de kinderen op te jonge leeftijd naar een crèche gebracht worden. Bij ziekenhuisopname van moeder of kind. Bij het te snel krijgen van een volgend kind, waardoor de moeder “gedeeld “moet worden. Bij sterven of scheiden van de ouders voor het zevende levensjaar.
Het kind vormt zich de overtuiging van: “Ik ben niet oké, maar de anderen zijn wel oké. ” Als het kind ouders wordt en het neemt deze instelling mee, is het vaak het slachtoffer van pestgedrag. Immers de pesters bevestigen de innerlijke negatieve overtuiging van niets waard te zijn. Tevens zijn er geen ouders die steun bieden.
Op volwassen leeftijd zien we dan verschijnselen als: jaloezie, minderwaardigheidsgevoelens, relaties die niet lang volgehouden worden, onderdrukking door een dominant iemand, codependency, drama en emoties, stress en angsten.
- De onveilige vermijdende hechtingsstijl (Ainsworth A), hierbij is de hechtingsfiguur geen veilige haven. Het kind ervaart een eisende hechtingsfiguur waardoor hij maar één ding wil doen: zelfstandig worden. Hij bindt zich niet aan mensen maar zoekt de natuur op of duwt zijn neus in de boeken. De instelling is: “Ik ben oké, maar de anderen zijn niet oké “.
Op volwassen leeftijd hebben deze mensen het vaak gemaakt in de maatschappij. Ze controleren veel en zitten soms sterk in hun hoofd met een afgesloten hart, wat tot uiting komt in gebrek aan empathie. Ze lezen en studeren graag, ze zondigen zich af en in de maatschappij hebben ze het meestal gemaakt. Echter, “It’s lonely at the top”. Door het in het hoofd zitten, ervaren ze dit niet. Vaak krijgen ze ten onrechte te horen dat ze autistisch zijn.
Hechtingsstijlen in relaties
Het nare is nu, dat mensen met deze hechtingsstijlen, de verlatingsangstigen en de bindingsangstigen elkaar opzoeken in relaties. Immers hun zelfbeeld en hetgeen de andere zegt komt exact met elkaar overheen. Aanvankelijk hebben ze beiden dan ook het idee de liefde van hun leven gevonden te hebben. Onbewust zit er een patroon van: “Die andere zal mij wel helpen mijn problemen op te lossen”. Zoals we kunnen lezen in het boek “Liefdesbang” van Hannah Cuppen, zal er niets geheeld worden als we dat trachten te zoeken bij onze partner. Meestal zien we dan ook binnen de zeven jaar dat er een scheiding komt. Men gaat op zoek naar een ander, om de hechtingsdans opnieuw uit te voeren.
Wat wel werkt is te kijken naar jezelf en naar je verleden en te zien dat de manier waarop je communiceert en contacten aangaat in feite een overlevingsvorm is om de traumatische ervaringen uit het verleden trachten op te lossen. Dit lukt zelden of nooit via een ander. Immers die andere kan jouw gevoelsbrein, waar de herinneringen liggen opgeslagen niet openen en veranderen. Jij alleen bent in staat jouzelf te veranderen. Veranderen door het aangaan en ervaren van je tekorten. Iets waarmee we met Adult Attachment Therapy ondersteunen.
Wat doen we met Adult Attachment Therapy
Wat is er anders aan de benadering met Adult Attachment Therapy?
Om te beginnen starten we standaard met het levensverhaal. Laat je in dat verhaal een onveilige hechtingsstijl zien, dan gaan we kijken welke vorm jij hanteert. Ook kijken we in hoeverre die hechtingsstijl nog invloed uitvoert op jou als volwassene.
Is de diagnose eenmaal gesteld, dan gaan we werken met jouw lijf. We laten je voelen wat afstand met je doet. Door te vertragen en goed naar het lichaam te luisteren, leer je waar je in je lijf zit. Je leert niet alleen naar de negatieve, maar ook naar de positieve reacties van je lijf te luisteren (waardoor er een feedback komt via de n. vagus, dat het ook goed is in je lijf).
We pakken overtuigingen aan, die jou in de greep houden, puur door jou te confronteren met je lijf die iets anders zegt dan jouw hoofd.
Met Somatic Experiencing, Voice Dialogue, desensibilisering en Regressie gaan we kijken of we hier iets kunnen veranderen. Ons eerste doel is dus jouw limbische systeem door middel van ervaring te leren dat de situatie in het hier en nu veilig is. We trachten daarbij dezelfde taal te spreken als toen het trauma op jonge leeftijd ontstaan is. Hierdoor komen we rechtstreeks in het Limbische systeem terecht, waardoor we iets kunnen veranderen.
We implementeren de 4 – v’s en doorlopen de weg van verbinding via afstemmen, veiligheid, authenticiteit naar liefde en intimiteit.
Dit alles doen wij in blokken van 10 minuten. In die 10 minuten kan en mag je geheel in je Innerlijke Kindstuk gaan zitten, echter na die 10 minuten laat ik je rechtop zitten als Volwassene, waardoor jij leert verantwoording te nemen voor je eigen gevoelens. Wat jij dus niet gekregen hebt van je eigen ouders, kan jij als Volwassene wel aan jezelf geven. Lukt dat niet, dan kan je vragen wat jij werkelijk nodig hebt.
Doordat we niet met de gesproken taal werken, werken we heel fysiek. We trachten die delen van jouw lichaam los te maken, waar de n. vagus te raken is. Te denken valt dan aan de nek en de lage rug, plekken die soms al geactiveerd zijn vanaf de geboorte. Ook zullen we conform de opmerking van Prof. Bessel van der Kolk, door middel van massage oxytocine vrijmaken. Oxytocine die een positieve invloed heeft op het ontspannen van de achterste tak van de n. vagus.
Resultaten na Adult Attachment Therapy
Sinds de start in 2014 worden de gegevens van de cliënten bijgehouden. Er is nu (mei 2021) een cohort van 569 cliënten, waarbij 86,3% aangeeft van de klachten waarvoor ze bij ons kwamen, af te zijn. Ze ervaren rust en zijn in staat blijvende relaties aan te gaan. Van een aantal cliënten kreeg ik spontaan een reactie en die heb ik op deze site opgenomen. Het interessant is te weten dat meer dan 90% van de cliënten al een jarenlang therapeutisch traject had afgelegd, alvorens wij ze zagen. Er was dus een negatieve selectie.
Rust (groene zone) als reactie vind ik mooi om te horen, daar de meeste mensen in angst en arousal bij me komen. (rood). Vaak hebben ze al een jaren lang “praattraject” achter de rug. Een cliënt verwoordde dat een aantal jaren geleden heel mooi: “Ik heb nu wel genoeg inzichten en kennis. Ik voel echter dat er dieper nog wat zit waar ik met woorden niet bij kan komen. Dáár wil ik aan gaan werken“.
Van een aantal mensen heb ik voor, tijdens en na de sessies de bloeddruk gemeten. Objectief is vast te stellen dat de bloeddruk van de mensen gedaald is. Dit is niet wetenschappelijk bewezen, maar de waarnemingen vond ik toch interessant genoeg om hier te vermelden.
OLK
Bij een deel van de mensen die met onbegrepen lichamelijke klachten (OLK) kwamen, kwam naar voren dat de trauma’s uit de preverbale tijd ( dus jonger dan acht jaar) wel eens de oorzaak konden zijn voor de klachten die ze op latere leeftijd ervoeren. Met woorden kwamen ze er niet bij en sommige behandelaars richten zich niet op de periode van de jonge kinderjaren. Er werden allerlei diagnoses opgeplakt, die soms verlegenheidsdiagnoses bleken te zijn. Aan de basis bleek puur een dichtklappen van de achterste tak van de n. vagus te zitten. De mensen zaten in de rode zone en konden er met praten niet uitgehaald worden. Op jonge leeftijd hadden deze mensen dan ook vaak last van astma en bronchitis, waar ze “overheen gegroeid” waren. Ook zien we darmklachten als spastisch colon, ziekte van Crohn, collitis ulcerosa, keelklachten etc., waar op zich niet veel aan te doen was. Met praten kwamen ze er niet bij en kon er op cognitieve basis geen diagnose gesteld worden. Sommigen kregen EMDR, maar dat werkte lang niet altijd afdoende. Met Adult Attachment Therapy kon ik een deel van de cliënten helpen, puur omdat er de taal van het Limbische systeem gesproken werd en we de n. vagus centraal zetten in het helingsproces. Ik zeg dan ook niet dat we mensen met bovenstaande klachten allemaal kunnen helpen. Wat ik wel zeg is dat er gekeken mag worden naar de jongste kinderjaren en de hechtingsstijlen om te zien of daar een mogelijke oorzaak ligt.
Doctoreren/promoveren
Dat dit niet geheel onopgemerkt bleef, moge blijken uit het feit dat een hoogleraar ontwikkelingspsychologie mij een aantal jaren geleden gevraagd heeft te doctoreren/promoveren op dit onderwerp. Ik was zeer verguld met deze vraag. Ik zag dit als een blijk van erkenning. Mijn ego maakt dan ook een vreugdesprongetje. Dit zou dan wel inhouden, dat ik minder cliënten kon gaan zien. Om die reden heb ik het verzoek afgeslagen.